Als beginner is het niet gemakkelijk om je weg te vinden in de modewereld. Een mentor die je de kneepjes van het vak leert is dan een relatie om te koesteren. “Jonge mensen worden aangetrokken door je knowhow.”

Hoewel ontwerper Ilia Sigi Eckardt (42) van Maison Tricot en Gloria! Gloria! de liefde voor breigoed in de eerste plaats van zijn moeder meekreeg, noemt hij ook Ludo Cousy (70) van het gelijknamige gerenommeerde breigoedatelier zijn mentor.

Ilia: “Ik ben letterlijk opgegroeid tussen het breiwerk. Mijn moeder (ontwerpster Hilde Frunt, red.) leerde me al op jonge leeftijd hoe je met priemen of een handbreimachine de meest uiteenlopende creaties kon maken. Als kind was ik haar dan ook vaak aan aan het helpen, door koordjes te draaien of franjes aan sjaals te zetten.
Toch was het pas nadat ik een marketingstudie had afgerond dat ik besefte dat ik in die knitwearwereld verder wilde. Omdat ik voelde dat er nog veel meer te ontdekken was dan het atelier van mijn moeder, ben ik bij Cousy beland. Ik wilde ook het technische verhaal op grotere schaal ervaren. Ludo is een expert op het vlak van breigoed, misschien zelfs een goeroe. (lacht) Ontwerpers als Dries Van Noten, Walter Van Beirendonck en Christian Wijnants zijn al jaren vaste klant.”

Ludo: “Hilde ken ik natuurlijk al langer, maar Ilia had ik nog nooit ontmoet toen hij bij ons kwam aankloppen. Wat ik me nog zeer goed herinner, is zijn enthousiasme. Wat we ook vroegen, we kregen nooit ‘nee’ te horen. Ilia was altijd bereid om dingen uit te proberen. Als atelier hielden we het bewust kleinschalig, maar hebben we altijd opengestaan voor uiteenlopende opdrachten, met vooral een mooi eindresultaat als doel.”

Ilia: “De belangrijkste les die ik van Ludo heb geleerd in de vijf jaar dat ik in het atelier werkte? Probeer steeds opnieuw dingen voor het eerst te doen, blijf constant vernieuwen. Door te spelen met breisteken, wasbeurten, spanningen, materialen en nieuwe machines werkt hij constant op het scherp van de snede. (tot Ludo) Dat is ook de reden dat jij nog niet gestopt bent, denk ik. Als je alleen maar merinotruien met een kraagje zou moeten maken, zat je hier vast niet meer.”

Ludo: “We worden zeker uitgedaagd door de ontwerpers in ons klantenbestand. Zij vertellen ons hun idee, wij proberen dat te vertalen naar een technische oplossing. Dikwijls stellen we onszelf de vraag: hoe gaan we dit nu weer klaarspelen? Zo zei Raf Simons ooit dat zijn collectie eruit moest zien als een ziekte. De kleren die we toen hebben gemaakt, zagen er effectief redelijk ziek uit. (lacht) Net als wij had Ilia altijd al zin om op zoek te gaan naar een oplossing. Het is in de eerste plaats omdat ik ervan geniet om die jonge generatie met evenveel passie bezig te zien dat ik hier op mijn zeventigste nog rondloop.”

Ilia: “Je vindt de term mentor een beetje ongemakkelijk, maar toch is het een rol die je heel natuurlijk afgaat. Heel veel jonge mensen worden aangetrokken door je knowhow en je passie straalt op hen af. Wanneer ik lezingen geef aan studenten, doe ik nog steeds een beroep op kennis die ik bij jou opdeed, van pasvormen tot hoe je een mouw inzet. Ik denk dat je niet beseft hoeveel je me hebt geleerd. Het is dan ook heel leuk dat we vandaag nog steeds samenwerken, zoals voor het nieuwe modelabel AAF van Coldplay-bassist Guy Berryman en verschillende interieurprojecten.”

Ludo: “Ik sleep een ervaring mee van meer dan veertig jaar, die geef je automatisch door wanneer je je job altijd graag hebt gedaan. Dat mensen vanuit Frankrijk, Zwitserland en Denemarken naar het mooie Zottegem komen, speciaal om hier te werken, dat is toch fantastisch? Wanneer studenten van de Modeacademie hier op bezoek komen, voel ik me soms de laatste der Mohikanen. Het geeft dus voldoening om te weten dat je werk zal worden verdergezet.”

‘Ik sleep een ervaring mee van meer dan veertig jaar, die geef je automatisch door wanneer je je job altijd graag hebt gedaan’
Ludo Cousy