In de loop van de voorbije eeuw waren te Zottegem en zijn deelgemeenten ongeveer drie dozijn textielbedrijven en -bedrijfjes actief. Slechts drie firma’s haalden de 21ste eeuw: Cantaert, Decca en BV Cousy. Alleen de laatste firma is vandaag nog in bedrijf.
De ondernemingen van de familie Cousy
De familie Cousy begon heel bescheiden met een confectiewinkel in de Hoogstraat, met de welbekende naam ‘Roodkapje’. In 1924 richtte Hector Cousy (1862 — 1930) een breigoedatelier op in de Grotenbergestraat. In 1926 nam zoon Louis het atelier over en vormde hij het om tot een breigoedfabriek met elektrisch aangedreven machines. In dat jaar telde het bedrijf reeds 45 werknemers. Net voor zijn overlijden op 29 december 1930 richtte Hector Cousy op 7 november de NV ‘The Cousy Knitwove Factory’ op, samen met zijn twee zonen, drie dochters en twee schoonzonen. De fabriek en de confectiewinkel ‘Roodkapje’ werden in de nieuwe NV ondergebracht, evenals later de filialen van ‘Roodkapje’ te Aalst en te Oudenaarde, geopend in 1936. De productie bestond vooral uit jassen, pullovers en damesondergoed. Tijdens de oorlog werd de productie gestaakt. Na de dood van Louis op 3 augustus 1944 — hij werd in zijn woning neergeschoten — zetten de overige vennoten het bedrijf verder tot in 1954. Toen besloten ze de NV te ontbinden omdat een belangrijke klant (vermoedelijk het Franse Paton) afhaakte.
Het jaar daarvoor had Andr é Cousy, de zoon van Louis, samen met zijn echtgenote, Lucile Van Melckebeke, op de Zavel een kledingzaak geopend, gespecialiseerd in maatwerk voor dames en op 19 januari 1954 richtten zij de PVBA Ancolux op, die in mei 1956 verhuisde naar een nieuw pand in de Stationsstraat; deze nieuwe Cousy-onderneming nam een aantal machines van de ontbonden NV over. Door verdere progressieve investeringen groeide ‘Ancolux’ al gauw uit boven het niveau van huisatelier en werd er uitgekeken naar uitbreiding. Prospecties wezen uit dat de kinderkledingmarkt gunstige perspectieven bood, niet alleen in eigen land maar ook in Nederland. De uitvoer naar onze noorderbuur zorgde voor een snelle productiegroei, zodat men in 1964 verplicht was de werkplaats te verhuizen naar een nieuw en groter bedrijfspand in de Musselystraat, terwijl de winkel in de Stationsstraat bleef. In 1971 werd de PVBA Ancolux omgevormd tot BVBA Cousy. Dankzij de kwalitatief hoogstaande producten wist men de omzet nog enkele jaren op peil te houden, voordat de impact van de lageloonlanden voelbaarder werd.
Naarmate de concurrentiekracht afnam, richtte het bedrijf zich in toenemende mate terug op de verkoop in Belgi ë en werd er uitgekeken naar een spreiding van het cli ënteel en naar andere afzetmogelijkheden. Vanaf de jaren 80 schakelde men grotendeels over van de kleinhandel naar de groothandel, en enkele belangrijke aanbestedingen van de NMBS, de RTT en het Belgisch leger gaven het bedrijf een nieuw elan. In juli 1985 verhuisde de fabriek naar haar huidige locatie in de Vandendriesschestraat, waar de zonen van Andr é Cousy, Ludwig en William, vanaf 1990 het roer overnamen. Trees Cousy, de vijfde generatie die actief is in de textielproductie, staat borg voor de toekomst.
De firma profileert zich nu door hoogtechnologische breitechnieken met computergestuurde machines en een uitzonderlijke kwaliteit. In het klantenbestand vind je momenteel namen van modecoryfee ën als Dries Van Noten, Ann De Meulemeester, Christian Wijnants, Adidas-Y3 Yamamoto, Walter Van Beirendonck en Mosaert, de kledingfirma van Stromae. Naast het ‘mode’-breigoed leggen ze zich ook toe op interieurartikelen zoals bijvoorbeeld plaids voor ‘Ligne Roset’ en designlampen voor ‘Monsieur Tricot’.